Ferrari 335S, de op één na duurste auto uit de geschiedenis
Toen veilinghuis Artcurial op 5 januari de verkoop van de Ferrari 335 S uit 1957 aankondigde op de Rétromobile in Parijs, verwachtten autoliefhebbers en -verzamelaars een nieuw recordbedrag in de geschiedenis van klassieke autoveilingen. De aanvankelijke prijs was vastgesteld op € 25 miljoen en klom langzaam op tot maar liefst € 32 miljoen, waarmee het uiteindelijk op de tweede plaats kwam op de lijst van duurste voertuigen ooit, na de Ferrari 250 GTO, die in 2014 een prijs van ongeveer € 34 miljoen bereikte. De taxatiewaarde van de klassieke auto's van het Italiaanse merk stijgt jaarlijks met exorbitante percentages, waardoor Ferrari de nummer één verkoper is van gereviseerde klassieke voertuigen.
Ondanks de exorbitante prijs die dit juweel uit de autogeschiedenis opbracht, zal de eigenaar niet kunnen genieten van de 300 km/u die de motor op de weg kan halen, omdat hij speciaal ontworpen is om te racen. Er zijn slechts vier Ferrari's van dit model wereldwijd, en deze 335S, met name die welke in Parijs tentoongesteld staat, was meer dan 40 jaar in handen van een Franse privéverzamelaar.
De Ferrari 335S was het onderwerp van het ongeluk tijdens de iconische Mille Miglia in Italië, wat zou leiden tot de volledige annulering van de race die het jaar daarop begon. Bestuurd door Alfonso de Portago, die op het laatste moment de zieke Luigi Musso verving, maakte de 335S zijn debuut in het World Endurance Championship in de derde ronde van dit hoog aangeschreven autosportevenement. De auto, bestuurd door de Spaanse coureur, lag op de derde plaats in de race toen de tragedie plaatsvond tussen Cerlongo en Guidizzolo. Een klapband van de 335S kostte zowel Portago als zijn navigator het leven, evenals 14 fans die de race midden in de race volgden. De vele protesten die ontstonden na de zogenaamde "Guidizzolo-tragedie" maakten 1957 tot het laatste jaar dat de Mille Miglia in Italië werd gehouden.