Het uitvoeren van aerodynamische metingen in een windtunnel is complex omdat de testomstandigheden de werkelijke omstandigheden moeten nabootsen. De windtunnel is echter een unieke ruimte die ons in staat stelt de weerstand te bepalen die op verschillende tijdstippen op een auto wordt uitgeoefend. De meeste grote autofabrikanten hebben hun eigen windtunnels. Hierin wordt lucht gemengd met mist om het pad van de luchtstroom nauwkeurig te meten, wat vervolgens beter kan worden waargenomen.
De meeste windtunnels zijn gebouwd als een rechthoekige doorgang waarin lucht door een stroomrichter en een straalpijp vanaf de voorkant van de auto wordt geblazen en vervolgens naar de achterwand van de tunnel wordt geleid. De luchtstroomsnelheden in windtunnels kunnen oplopen tot 300 kilometer per uur.
Om de meting uit te voeren, wordt de auto op een roterend platform geplaatst om de spuitmond correct te positioneren en zijwind te simuleren. Op het roterende platform wordt een loopband onder de auto gebruikt om de beweging van de wielen en het rijoppervlak te simuleren. Op de vloer van de meetlocatie is ook een weegschaal geïnstalleerd. Deze weegschaal meet alle krachten en impulsen die de auto door de wind ondervindt, zoals de toename van de geïnduceerde luchtweerstand en de laterale en longitudinale krachten. Met behulp van deze waarden wordt de Cd-waarde berekend (een waarde die de wrijvingskracht op een auto weergeeft, veroorzaakt door de lucht, die uit verschillende krachten bestaat).