De voorwielophanging bestaat niet uit veel onderdelen, maar om te beginnen moet je de wielbouten en de moer van de voornaaf losdraaien. Krik de auto omhoog en verwijder het wiel. Draai vervolgens de naafmoer los, koppel de schokdemper en de stuurstang los en tot slot de bovenste en onderste kogelgewrichten, indien aanwezig. Als je wilt, kun je vervolgens de stuurstangen losdraaien. Om de remklauwen schoon te maken, verwijder je ze van de twee grote bouten aan de achterkant. Koppel de remleiding los en verwijder deze. Steek een dunne, stompe staaf door het gat waar de leiding inkomt en tik hiermee tegen de zuiger totdat deze eruit komt. Maak alles schoon met water en droog het grondig af, bij voorkeur met perslucht. Smeer de rubberen afdichtingen en monteer alles weer. Voor de wiellagers: als je geen handleiding hebt, kun je ze vastdraaien totdat het wiel blokkeert, ze dan een kwartslag terugdraaien en ze vervolgens een achtste slag vastdraaien. Dat is alles. Zorg ervoor dat de remmen niet geblokkeerd zijn. Het koppel is afhankelijk van of het lager recht of spiraalvormig is.