stap voor stap.
1. Controleer de lading van de accu en de vloeistoffen zoals olie, motorvloeistof en accuvloeistof.
2. Controleer of het lampje met de duizend op het dashboard gaat branden.
3. Controleer of de brandstofinjectiepompkaart is geactiveerd (laat iemand het contactslot omdraaien en goed luisteren om te horen of de brandstofinjectiepomp geluid maakt).
4. Verbind pin 6 met de aarde op de DLC- of scanconnector. Zet de schakelaar op AAN en het MIL-lampje (check engine) begint te knipperen. De code is gelijk aan het aantal knipperingen. Bijvoorbeeld: u krijgt code 34, deze knippert 3 keer, dooft 1 of 2 seconden en knippert dan weer 4 keer.
De eerste flitsen zijn de tientallen, de daaropvolgende flitsen zijn de eenheden.
5. Op basis van de code die het systeem u stuurt, weet u of de fout in het elektronische systeem zit of dat er sprake is van een mechanisch defect.
6. Als u de flashcodetabel niet hebt, is mijn telefoonnummer 3007604770, mijn e-mailadres is zodat u mij kunt informeren en mij de details van de code kunt geven.