Het waarschuwingslampje geeft een storing of afwijking in het motormanagementsysteem aan. Als de motor start en er geen ongebruikelijk geluid klinkt, kunt u naar de dichtstbijzijnde garage of servicecentrum rijden.
Als de motor niet start, afslaat, de auto niet meer kan rijden, of als er overmatige rookontwikkeling is, of een ander "zichtbaar" teken dat er iets mis is, is het het beste om de auto te laten wegslepen. (Daar is de verzekering voor.)
Het waarschuwingslampje bevat een foutgeheugen dat alleen zichtbaar is via een diagnoseaansluiting. Afhankelijk van de storing die in de regeleenheid is opgeslagen en het gedrag van de motor (werkelijke waarden gemeten met draaiende motor), krijgt de monteur een idee van wat er mis is.
Zolang het waarschuwingslampje blijft branden, beperkt de regeleenheid het motorvermogen om verdere schade te voorkomen. Dit wordt "herstel" of "gedegradeerde zone" genoemd. U merkt dit doordat het brandstofverbruik relatief hoog is en de auto vermogen tekortkomt.
Met vriendelijke groet.