De traditionele en populairste manier om een motor in te rijden, is die waarbij het inrijden gecontroleerd, progressief en soepel moet gebeuren, waarbij de grens van 4-5000 toeren per minuut niet wordt overschreden, over een afstand van ongeveer 800/1600 kilometer.
De procedure:
- start de auto
- breng de motor naar ongeveer 4-5000 toeren (3/4 gas)
- haal uw voet van het gaspedaal (dit belast de motor en de overdruk stijgt, waardoor de zuigers en zuigerveren worden overbelast, waardoor ze vast komen te zitten en de overtollige olie verbrandt, wat leidt tot "roken" totdat de olie zich goed heeft gesetteld).
- laat de motor in een versnelling afremmen tot 1000 toeren per minuut
- herhaal dit in elke versnelling (bij voorkeur de 2e, 3e en 4e).
- Wat u koste wat kost wilt voorkomen, is dat de auto te lang op een bepaald toerental blijft draaien, oftewel op kruissnelheid.
Elke nieuwe of gereviseerde motor heeft een geleidelijke inloopperiode van minstens 800 tot 1600 kilometer nodig... BEHALVE in het geval van een racemotor, waarvan de cilinderwanden behandeld zijn (en die motor is gebouwd om niet langer dan 1600 tot 8000 kilometer mee te gaan).
Elke GOEDE tuner met een goede reputatie zal je vertellen dat je de motor niet moet belasten totdat hij voldoende is ingereden.