Voordat u de olie ververst, moet u de motor laten draaien tot deze de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt. Zet de motor af en verwijder de oliecarterplug en het filter. Breng vóór het plaatsen van het nieuwe filter schone olie aan op het oppervlak van de rubberen afdichting. Om het filter te verwijderen, is er in de autowinkel een gereedschap verkrijgbaar met een ketting of riem aan het uiteinde, dat aan het filter kan worden bevestigd om het te verwijderen of te vervangen. De oliecarterplug is voorzien van een ring of een andere ring van koper of ander zacht, vervormbaar metaal, die u moet vervangen om lekkage te voorkomen. Als u het onderdeelnummer van het filter kunt verifiëren, is het belangrijk om het lokaal te kopen. Vraag er een aan voor het model en bouwjaar van uw auto. Het aanhaalmoment van het filter is 12-16 Nm (9-12 lb/ft), of handdruk. Het aanhaalmoment van de oliecarterplug is 35-45 Nm (25-33 lb/ft). Het olietype moet tussen 10 en 15 liggen, aangezien een hogere viscositeit de hydraulische klepstoters beschadigt in plaats van de motor te helpen. Als u een nieuwe hebt gekocht, moeten het olietype, de bandenspanning, enz. op een sticker op het portierframe of de motorkap van de auto staan. Nadat u hebt gecontroleerd of er geen lekkages zijn, noteert u de huidige kilometerstand plus het verschil tot de volgende verversing op een kaartje om vroegtijdige motorschade te voorkomen. WERK MET DE MOTOR UIT EN PAS OP DAT U ZICH NIET VERBRANDT, WANT DAT DOET PIJN.