Hoi Ismael53, ik heb een paar soortgelijke ervaringen gehad met een Opel/Chevrolet-combinatie met een Y17DT- en Y13DT-motor. Volgens mijn informatie zouden deze systemen erg vergelijkbaar moeten zijn met het systeem dat jij ervaart. De motorregeleenheid (ECU) heeft directe invloed op de turbodruk van de motor. Enerzijds ontvangt hij informatie over de inlaatdruk; anderzijds berekent hij een ideale drukinstelling op basis van verschillende parameters en vergelijkt deze met de huidige druk. Om deze druk te regelen, beschikt hij over een magneetventiel dat, met behulp van het motorvacuüm, de turbo-wastegate (drukbegrenzingsklep) in de gewenste positie zet om de turbodruk te regelen. De motor-ECU stuurt digitale pulsen (PWM) naar het magneetventiel en kan zo het door het vacuüm geproduceerde vacuüm "regelen" (de wastegate nauwkeurig positioneren). In mijn geval waren de problemen die ik zag niet precies hetzelfde. In één geval kon de ECU de druk niet regelen en ging hij buiten het ingestelde bereik. Omdat de druk niet kon worden geregeld, ging de module in de beschermingsmodus, waardoor de injectiestroom werd verminderd en tegelijkertijd de foutcode werd gegenereerd. (Een kapotte magneetklep veroorzaakte vacuümverlies.)
In het andere geval, bij het verwijderen van de startmotor voor reparatie, werd de vacuümleiding die van de regelmagneetklep naar de turbo liep, tijdens de installatie afgeknepen. In ieder geval raad ik scannen aan, omdat er in deze systemen niet slechts één type fout bestaat met betrekking tot de regeling van de turbodruk. Zo zag ik bijvoorbeeld een soortgelijk geval bij een vriend, waarbij de regeleenheid er alles aan deed om de turbodruk te verhogen, maar dat lukte niet. In dit geval gaf de foutcode aan dat de turbodruk altijd lager was dan de berekende ingestelde waarde (in dit geval bleef de wastegateklep open staan). In de voorgaande gevallen was de druk boven de ingestelde waarde en probeerde de module deze ook te regelen, maar dat lukte niet. Sterker nog, met de scanner aangesloten en een vacuümmeter aangesloten op de drukmodulerende magneetklep, kan de ECU worden aangestuurd om de pulsbreedte (die de stroom regelt) te variëren, gesloten of volledig open. In het eerste geval, als het systeem goed werkt, zou de atmosferische druk moeten worden bereikt; in het tweede geval de onderdruk die door de vacuümpomp wordt gegenereerd. Ten slotte, wanneer de vacuümpomp uitvalt, ontstaan er doorgaans problemen in alle vacuümgestuurde systemen (codes). Wanneer het probleem zich echter in één systeem voordoet, worden er voor elk systeem specifieke codes gegenereerd. Daarom is de scanner zo belangrijk voor de diagnose. Ik hoop dat het helpt; we nemen contact met u op. Met vriendelijke groet.